Bevat knoppen die dienen als sneltoetsen voor bepaalde veelgebruikte menu-opdrachten. Regelmatig gebruikt bij het bewerken van programmacode.
Als u ΘΘn keer op een werkbalkknop drukt, wordt de bij de knop behorende bewerking uitgevoerd. Als u knopinfo voor de werkbalkknoppen wilt weergeven, selecteert u de optie Knopinfo weergeven op de tab Algemeen van het dialoogvenster Opties.
Eigenschappen/methoden weergeven
Opent een vak in het venster Programmacode waarin de eigenschappen en methoden worden weergegeven die beschikbaar zijn voor het object dat voorafgaat aan de punt (.).
Constanten weergeven
Opent een vak in het venster Programmacode waarin de constanten worden weergegeven die beschikbaar zijn voor de eigenschap die voorafgaat aan het gelijkteken (=).
Syntaxisinfo
Geeft de syntaxis voor een variabele, functie, methode of procedure op basis van de locatie van de aanwijzer binnen de naam van de functie, methode of procedure.
Parameterinfo
Opent een pop-up menu in het venster Programmacode waarin informatie wordt weergegeven over de parameters van de functie waarop de aanwijzer staat.
Woord aanvullen
Accepteert de tekens die Visual Basic automatisch toevoegt aan het woord dat u aan het typen bent.
Inspringen
Verschuift alle regels in de selectie naar de volgende tabstop.
Inspringing verkleinen
Verschuift alle regels in de selectie naar de vorige tabstop.
Onderbrekingspunt
Plaatst of verwijdert een onderbrekingspunt op de huidige regel.
Blok als opmerkingen behandelen
Plaatst een opmerkingsteken aan het begin van alle regels in een geselecteerd tekstblok.
Blok als programmacode behandelen
Verwijdert het opmerkingsteken uit alle regels in een geselecteerd tekstblok.
Bladwijzer
Schakelt een bladwijzer voor de actieve regel in het venster Programmacode in of uit.
Volgende bladwijzer
Activeert de volgende bladwijzer in de bladwijzerstack.
Vorige bladwijzer
Activeert de vorige bladwijzer in de bladwijzerstack.
Alle bladwijzers wissen
Verwijdert alle bladwijzers.